zaterdag 13 november 2010

'Ich bin ein Wessie'

Veertien jaar woon ik nu in Nijmegen. Ik begon in het Willemskwartier, in een smoezelig onderhuurhol op een kleine achttien meter van het spoorwegemplacement. Via het linksige Bottendaal, het sjieke Oost en de keurige Hazenkamp zijn A. en ik uiteindelijk in Nijmegen-West beland. Nu dik vier jaar geleden.

Destijds hadden we weinig met ‘West’. Sterker: we vonden het een deprimerende buurt, vol lelijke huizen, halfvergane industrie en aftandse sportvelden. Niet dat we de buurt kenden overigens. We kwamen er nooit. En dan bedoel ik ook echt nooit. De spoorlijn vormde (en vormt) een duidelijke grens. Een keiharde scheidslijn tussen het ‘ontwikkelde Nijmegen’ en het klootjesvolk. 

Zeg maar een Berlijnse muur. Maar dan omgekeerd: de Ossies wonen hier in West, de Wessies in Oost.  

Ruim vier jaar later is alles anders. We zijn verwesterd. Goed, we wonen officieel in Hees, maar de naam van onze straat - de Wolfskuilseweg - geeft aan met welk stadsdeel we ons meer verwant voelen. De Kuul. Daar doen we onze boodschappen, daar gaan Max en Ole naar het kinderdagverblijf, daar wonen onze vrienden. Niet in Hees. Daar wonen alleen oude CDA’ers. En wij kennen geen CDA’ers.

Vergeet opa en oma Twente.

In West voelen we ons thuis. We genieten van de ruimte, de diversiteit, en het bijna landelijke uitzicht vanuit onze woonkamer. Bovendien: de stad is dichtbij. Binnen vijf minuten sta je op het station, in zeven minuut vierendertig op Plein '44. Het ritje naar NEC kost hooguit tien minuten. Belangrijke pluspunten, zeker dat laatste.  

En toch.

Toch zijn we stiekem nog knap elitair. Want: we doen de kleine mannen straks niet bij SCH ‘op voetbal’ maar bij Blauw-Wit (in Hees!). We brengen ze niet naar de kleine pikzwarte basisschool om de hoek, maar naar De Lanteerne, de witte Jenaplanschool in… Hees. En hoe vaak verzuchten we niet: 'Waren het geen prachtige jaren in de Hazenkamp, met uitzicht op het park?'
Nu - met twee mannetjes die de hele dag willen rennen, raggen en ravotten - gaan onze gedachten bovendien steeds vaker uit naar een huis met een reusachtige tuin, aan de rand van het bos. In Malden, Mook of Molenhoek bijvoorbeeld. Inderdaad: elitaire forensendorpen. Niks volks aan. Net Nijmegen-Oost.

Dus ja, ich bin ein Wessie, maar wel een salon-Wessie. Met een oprecht roodzwartgroen hart. Dat dan weer wel…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten