donderdag 6 januari 2011

Alleen op de wereld

“Ik denk dat ik misschien wel verliefd aan ’t worden ben”. Aldus een blije blondine gisteravond in het onvolprezen tv-programma ‘The Bachelor’. Let wel: de dame in kwestie had in de voorgaande twee maanden al een date of zes met goodlooking Jake achter de rug. Dates waarbij diepzinnige, intieme gesprekken volop afgewisseld werden met even intieme fysieke activiteiten.

En dan zegt zo’n typje dat ze ‘misschien wel verliefd aan ’t worden’ is.

Daar snap ik dus niets van.

Ik ben iemand die heel snel verliefd wordt. Als ik zes afspraakjes heb met een leuke vrouw, waarbij we én hele intiem over gevoelens praten én stevig aan elkaar friemelen, ben ik echt wel verkocht. Na date 1 al, vermoed ik. Zo werkt het nu eenmaal bij mij, gevoelsmannetje bij uitstek.

Als jongetje en puber was ik dan ook vrijwel continu verliefd. Op de momenten dat ik het niet was, had ik liefdesverdriet. Of ik maakte dat mezelf wijs, want een beetje zwijmelen is wel aan mij besteed. Zo kan ik me herinneren dat ik ooit een boekwerk vol zwartgallige gedichten schreef nadat de beeldschone M. het had uitgemaakt. Na een relatie van zeven dagen. Of ik draaide na een amoureuze domper gewoon 400 keer de cd van Nirvana. Beetje somberen, heerlijk.

Maar met écht verdriet had het natuurlijk geen ene moer te maken.

Dat besefte ik in 2002 toen mijn eerste serieuze relatie met L. na een jaartje of tien uit elkaar knalde. Ik verkaste van een fijn samenwoonhuis naar een eenzaam zolderkamertje, waar ik avond aan avond snikkend macaroni at en ‘Ne me quitte pas’  van Jacques Brel draaide. Of het echt liefdesverdriet was of de angst om alleen te zijn, dat weet ik nu nog niet. Maar ik voelde me ellendig. Vooral ’s nachts.

Het ergst voor mij als relatie- en gevoelsmens was dat ik mijn verhaal niet kwijt kon. Goed beoordelingsgesprek gehad op het werk? Niemand om dat even aan te vertellen thuis. Nieuwe kleren gekocht? Niemand om ze te showen. Plannen voor de toekomst? Niemand om ze te toetsen.

Niks ergers dan alleen zijn.

Happy singles? Ik geloof ze niet.

Gelukkig liep ik al heel snel na de breuk een aartspositieve, nuchtere en bloedmooie Twentse tegen ’t ranke lijf. We voerden goeie gesprekken, friemelden en bam, ik was verkocht. Nog steeds overigens. Het mooie is dat A. een vrouw (of nee, een man eigenlijk) van weinig woorden is. Kan ik als kletsvrouwtje lekker mijn verhalen vertellen. Goeie match!  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten