zaterdag 8 januari 2011

Goed gedaan, jochie!

Een angsthaas. Een mietje. Zo zag ik mezelf tot m’n 25e - en niet helemaal ten onrechte helaas. Kleine Sander blonk niet uit in doorzettingsvermogen. Als iets me niet aanstond, stopte ik er gewoon mee. Simpel: pats boem, klaar! Dit vluchtgedrag gaf weliswaar steeds een kort en krachtig gevoel van opluchting, maar op de lange duur was het funest. Voor m’n zelfvertrouwen. En voor mijn zelfbeeld.

Ik was een ordinaire quitter.

Keerpunt was het eind van m’n eerste relatie. Na een periode vol existentiële angst durfde ik het aan om jeugdliefde L. de waarheid te zeggen. Ik hield niet meer van haar. Het huis was te klein, maar ik hield voet bij stuk. En toen de ergste stofwolken opgetrokken waren, was ik aangenaam verrast. Over mezelf. Ja, ik had weer opgegeven. Ja, weer had ik er voortijdig de brui aangegeven. Maar deze keer had ik niet de makkelijkste weg gekozen.

Allesbehalve zelfs, durf ik te zeggen. Goed gedaan dus, jochie.  

M’n zelfbeeld begon te kantelen.

De jaren daarna kreeg ik de smaak te pakken. Ik kocht in m’n uppie een appartement in de stad, stapte in een nieuwe relatie (met A.), koos voor het zelfstandig ondernemerschap, en besloot - als klap op de vuurpijl - samen met A. om ‘voor kinderen te gaan’.  

Met succes: leuk flatje, leuk vriendinnetje, leuke omzet en twee leuke zoontjes.

Goed gedaan jochie, part two.   

Toen vriend-voor-het-leven O. me een tijdje terug in een bijzonder serieus gesprek omschreef als ‘ondernemend, eigenzinnig en niet bang’, begon het te dagen. Misschien heeft dat zelfbeeld van mij nooit geklopt. Want: is het wel laf om op je 15e thuis met een bakje pinda’s voor de tv te blijven zitten, terwijl je klasgenootjes massaal naar discotheek Het Zwaantje trekken?

Is het niet, heel misschien, ook wel een piepklein beetje moedig?

Tegenwoordig ben ik vooral trots op mezelf. Trots dat ik na een zacht gezegd rottige start van ‘de rest van m’n leven’ (m’n zusje overleed pal voor het begin van m’n studie), de boel heel aardig op de rails heb. Trots dat ik de minder vrolijke periodes uit m’n leven heb doorstaan. En er - hoe cliché, maar hoe waar ook! - sterker uit gekomen ben. Trots ook dat ik, ondanks mijn soms nachtenlange gepieker en eeuwige twijfel, de nodige cruciale beslissingen heb genomen.

Ze zeggen wel eens dat je pas van anderen kunt houden, als je van jezelf houdt. Nou, lieve familie, vrienden, buurtgenoten, collega’s en andere bekenden, dat wordt dan nog een verdomd liefdevolle bedoening de komende zestig jaar. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten