dinsdag 1 mei 2012

Nachtmerries over heel veel Italianen

Vandaag op hetiskoers.nl:


Op Koninginnedag kun je mij tegenkomen met een grote grijns boven mijn oranje overall. Tuurlijk ben ik hartstikke blij voor Bea en de prinsjes en zo. Maar belangrijker is dit: de grote rondes hangen weer in de lucht. Bij het vooruitzicht van drie weken wielerpret maakt mijn hart een sprongetje.

Drie weken? Van begin mei tot eind september is het zo’n beetje iedere dag koers. Wat wil je nog meer? Als volger althans.
Want gottegot, je zult maar renner zijn, en de Giro staat op je programma. Etappes met een slordige acht of negen Dolomietenreuzen, overgangsritjes over middeleeuwse grindpaden, haakse bochten op twintig meter voor de streep: het kan allemaal.

En o-ver-al Italianen.

Het ergste is dat je drie weken lang dagelijks urenlang op een fiets zit. Een snel rekensommetje leert dat je als renner bijna 100 uur wegtrapt in een grote ronde. Trek daar de uren vanaf waarin je door vermoeidheid niet meer kunt denken - bergetappes, tijdritten en doldrieste finales - en er blijven nog zo’n acht volle 9-tot-5-kantoordagen over.

Hoe kom je die tijd door?

Soms droom ik wel eens eng. Zweterige, beklemmende nachtmerries zijn dat. Ik moet 300 kilometer door de Po-vlakte fietsen, omringd door 198 bezonnebrilde Italiaantjes in fluorescerende pakjes die de godganse dag op hoge toon met elkaar kwebbelen. En bij aankomst wacht Michel Wuyts mij op, voor een interview. In het Italiaans, over Renaissance-fresco’s, Macchiavelli en Elisa Basso. 

Ik heb dan nog de mazzel dat ik ontwaak in de armen van mijn Twentse geliefde, maar what about Johnny, Lieuwe of Wout? Die worden op de ochtend van de eerste etappe wakker en zien een wild gebarende Marco of Matteo op de bedrand zitten, kwetterend in een duur, glimmend en patserig mobieltje.

Ja hoor, la Mama aan de lijn.

En die moeten dan nog drie weken.

Wielrennen is de zwaarste sport, zeker weten.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten