vrijdag 1 juni 2012

Louis van Gaal, waar ben je?

Deze week op hetiskoers.nl:

Ik heb een hekel aan mensen die nooit twijfelen. Zwart-witdenkers. Van die types die weten: zo en zo zit de wereld in elkaar en niet anders. En die dat anderen dan ook nog even fijntjes in willen peperen. 

De Louis van Gaal-en onder ons, zeg maar.

Zelf twijfel ik vrijwel onafgebroken. Ik heb moeite om snel een lekkerbekkende mening te formuleren. Zegt iemand A, dan denk ik: zit wat in. Zegt iemand B, dan denk ik: kan kloppen. En zegt iemand C, dan denk ik: ja, vanuit zijn standpunt snap ik dat wel.  

Ik ben de vleesgeworden D66’er. En daar schaam ik me niet voor.

Er is één gebied waarop ik hevig verlang naar duidelijkheid, naar een helder onderscheid tussen zwart en wit, tussen goed en fout. Dat is de discussie over doping. Ik erger me meer en meer aan de onduidelijke standpunten in het debat. Ik begrijp de mensen vaak niet.

En dan bedoel ik dus niet de Maarten Ducrots onder ons, die zich werkelijk over ieder onderwerp roestig en mistig uitdrukken.

Nee, het baart me zorgen dat ik de draad kwijtraak in het betoog van welbespraakte types. Lees ik bijvoorbeeld met rode oortjes Peter Winnens ‘Van Santander naar Santander’, dan denk ik op de laatste pagina teleurgesteld: hoe zit het nu met die pillen, spuiten en die valies van soigneur Jomme? Waar lag de grens tussen ‘gewone’ middelen en doping? Waarom zo wollig?

Lees ik met nóg rodere oortjes Theo de Rooijs ‘bekentenis’ in De Volkskrant, dan denk ik na de laatste zin: welke grenzen mochten de Rabo’s opzoeken? Wat is dan dat geheimzinnige grijze gebied tussen wel en geen doping? En waarom werden de renners die ‘in het grijs reden’, niet betrapt?

Steeds meer vragen, steeds minder antwoorden.  

En zo kan ik nog wel even doorgaan. Ik krijg het maar niet helder op m’n netvlies. En dat ligt niet aan mij of mijn herseninhoud. Denk (en hoop) ik. Het ligt aan het wielermilieu.

Noem het structopathisch, noem het onromantisch, mij best. Maar ik ben klaar met het gekonkel. Het vage taalgebruik, de fascinatie voor list en bedrog, en bovenal de mystificatie van het onderwerp doping: ik ben het beu.

Begrijp me niet verkeerd, ik veroordeel niets of niemand. Dopinggebruik niet, de omertá ook niet. Ik respecteer hen die zich in stilzwijgen hullen. Maar als je je mond open doet, zeg dan waar het op staat.

Niet roestig of mistig, niet wollig, en niet grijs.

Nee, zwart op wit. Lekker ongenuanceerd.

Louis van Gaal, waar ben je als de koers je nodig heeft?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten