zaterdag 13 augustus 2011

Man en paard


Ik was vijf toen ik besloot mijn moeder in te ruilen voor een professionele kapper. Sindsdien zit er iedere maand een vreemde mevrouw aan mijn hoofd. Of ze nu Anita, Jolanda of Patricia heet: zolang ik ongestoord van mijn eigen spiegelbeeld mag genieten, vind ik alles best.

Toen ik naar Nijmegen verhuisd was, klopte ik bij de dichtstbijzijnde kapperszaak aan. Ik ben nooit meer verkast. Wat wil je ook? Kapster L. is een paardenmeisje. En ze houdt van tradities. Iedere keer als ze mijn hoofdhuid masseert, hoor ik haar grinniken. "Jij hebt net zulke rare kruinen als mijn paard", gniffelt ze. Ik wist dat het ging komen en kijk gespeeld beledigd. Onder de kapperscape maak ik een gebaar dat zoveel betekent als ‘ik kan er ook niets aan doen’. 
Een paar minuten later ben ik bijna geknipt en geschoren. Er volgt nog een vast ritueel. De cape gaat af, de nekharen moeten nog verwijderd. "O jee", giebelt L. als ze diep in m’n kraag gluurt. "Waar zal ik stoppen?" Ik antwoord - op het randje, ik weet het:  "Dat mag je helemaal zelf weten." L. kleurt lichtjes, en vertelt dan snel verder over haar trouwe vierbener die – hoe grappig! – ook op de vreemdste plekken ruw behaard is.

Dan zijn we klaar. Ik loop naar de kassa om te betalen. De hele zaak - collega’s en klanten - volgt me. Benieuwd naar de man die op een paard lijkt.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten