donderdag 27 februari 2014

Navel

‘Gaat u daar maar liggen, bovenlijf graag even ontkleden.’ 
De huisarts gebaart naar de roestbruine behandeltafel.  
‘U heeft last van een ontstoken navel?’
‘Soms is het even weg, dokter, maar het keert steeds terug.’
De huisarts buigt zich over de plek des onheils. Hij frunnikt wat aan de navel en diens directe omgeving – mijn rijkelijk behaarde buik.
Dan knikt 'ie. ‘Ingegroeide haartjes. Iedere dag even de losse haren uit de navel verwijderen, dan moet het probleem verholpen zijn. Zo niet, dan kunnen we plastische chirurgie overwegen.’
Ik schrik. Plastische chirurgie? ‘Is dat niet raar, dokter? Dat ik dan overal haar heb, behalve rond mijn navel?’
De arts kijkt me aan over zijn bril - nadenkend. ‘Dat zou inderdaad vreemd zijn.’
En dan, licht spottend: ‘Andere optie is dat we uw navel iets meer afsluiten.’

vrijdag 7 februari 2014

Maniakale obsessies

Toen mijn zus het liedje ‘Daar gaat ze’ van Clouseau 10 (tien!) keer achter elkaar op een cassettebandje had opgenomen  (en dat bandje vervolgens ook nog eens met een zekere dwingende regelmaat afdraaide), nam ik een gewichtig besluit: zo zou ik nooit worden.
Nu, een slordige 25 jaar later, blijk ik daar niet in geslaagd.
Ik zit in een Fats-Domino-fase. Een maniakale obsessie is het, niets meer en niets minder. Even Spotify raadplegen: zojuist heb ik voor de 32e keer deze week het ‘Best of…’ album gedraaid. Het is dat ik ook nog wel eens slaap, anders zou dat aantal zeker dubbel zo hoog liggen.
En oké, ik ontzie mijn roomie J. ook een beetje. Je kunt iemand die Eddy Vedder goed vindt, nu eenmaal niet alles leren….
Zodra ik thuiskom, gaat de laptop open en klinkt de opzwepende black rock ’n roll van The Fat Man al snel door het huis. Blue Monday, Blueberry Hill, Going to the River, en mijn persoonlijke favoriet ‘Whole Lotta Loving’ – heerlijk, al die hits.
Vooral tien keer achter elkaar.
Maar: waarom Fats Domino? Waarom deze fetisj voor een swingende creool (Fats’ eigen terminologie, red.)? Belangrijkste reden: ik word er blij van! Als ik die 2-minuten-durende-pareltjes hoor - de achtergrondmuziek, de koortjes, het southern accent van Fats - en niet te vergeten als ik de gulle lach op dat zweterige, kinderlijk-blije hoofd zie, dan breekt de zon door.
Sorry voor de clichés.
Het gevolg: ik doe deze weken regelmatig een dansje. En dat maakt anderen in huis weer erg vrolijk. ‘Papa, gaat alles wel goed met je?’ ‘Zeker, jongen, papa is nu eenmaal gewoon een ontzettend coole swingbeer’.
Woopee.
Goddank verkeren mijn huisgenootjes nog in de pre-ikschaammevoormijnvader-fase.
Maar zoals dat nu eenmaal met de liefde gaat: ook mijn Fats-Domino-crush is eindig. Ik geef het nog een dag of vier, vijf. Dan is het hoog tijd voor een ander. Wie of wat? Geen idee. Eén voorwaarde: de ander moet passen bij mijn overheersende stemming deze weken: blij.
En ik moet mijn dancing skills kwijt kunnen.
Iemand suggesties?