donderdag 17 november 2011

Jasar was goed

Ooit interviewde ik Jasar Takak. We namen plaats aan een houten tafeltje met kleedje in een donkerbruin café. Ik bestelde een koffie verkeerd, Jasar wilde niks.
Dat was al een teken.
Toen ik mijn A4-tje met vragen pakte, fronste Jasar zijn immense wenkbrauw. ‘Ik ga niks over mezelf zeggen’, bromde hij, en pulkte aan z’n oorhaar.
Vervolgens stak hij - ‘off the record, hè Peter’- van wal. Over zijn geboorte, een heuglijk feit voor iedereen. Over de eerste jaren van z’n leven, toen hij veruit het beste spelertje van de buurt was. Over de jeugdopleiding bij PSV waar hij van meet af aan (terecht) te boek stond als het grootste talent. En over zijn nog jonge carrière in het betaald voetbal bij achtereenvolgens Zwolle, RKC en NEC, waar hij steeds weer de briljante vormgever was.
Omdat we off the record praatten, schreef ik niets op. Dat hoefde ook niet, want de rode draad was duidelijk. Jasar was goed. En de rest kon er niets van. En PSV moest hem snel terugnemen. En het was belachelijk dat Aissatti en Afellay wel bij PSV in de basis stonden. 
Na een halfuurtje stond Jasar op. ‘Ik moet mijn rust pakken.’ En weg was ‘ie. De morsige kroeg met de rafelige kleedjes vormde een schamel podium voor een onbegrepen genie.
Momenteel verkeert Jasar in between clubs

Geen opmerkingen:

Een reactie posten