woensdag 18 juli 2012

Rustdag in de Tour: vrouwen van buitencategorie


Gisteren op hetiskoers.nl: 

Ik droomde dat ik aan de Tour de France deelnam. Iedere dag weer, drie weken lang, moest ik aan de bak. Vol aan de bak. Zonder genade.

De ene dag stonden er busladingen onaantrekkelijke vrouwen voor mijn deur. Meestal meer dan 200. Ze wilden allen de liefde bedrijven, Met mij, alleen met mij. Achter mekaar door, zonder pauze. Op het einde steeds sneller, steeds meer, steeds harder. Als in een wilde sprint.
De andere dag moest ik met één vrouw van bil. Een mooie vrouw, dat zeker. De opdracht: in één ritme, in de hoogste versnelling, aerodynamisch doordenderen. Men hield de tijd bij. Een zware discipline.

Keihard, maar eerlijk, schreef de pers. Ik was gesloopt.

Dan weer stuurden ze me drie dagen achter elkaar over een vrouw van buitencategorie. Type Scarlett Johansson. Prachtig, woest aantrekkelijk, maar nauwelijks te bedwingen. En dan niet één per dag. Nee, drie, vier van die buitenissige, vurige schoonheden. Soms zelfs zes keer. ‘Moordenaars, dat zijn jullie’, riep ik naar de wedstrijdleiding.

Ze lachten slechts.

Het publiek smulde van mijn inspanningen, mijn afzien. Rijen dik stonden ze langs ons bed. Er holden zelfs gekken rondjes eromheen. Steeds dichter kwamen ze, ze goten water in mijn nek, duwden me. Idioten. En miljoenen zaten voor de buis of verslonden de volgende dag het verslag in de krant.

Dat, alleen dat telde. Commercie won het van de menselijkheid.

Maar o wee, als ik eens - uit pure wanhoop - een viagraatje nam. Niet om beter te worden, nee, gewoon om het vol te houden. Om niet te bezwijken. Ho maar. Collectieve volkswoede: ‘Nee Sander, dát mag niet, waarachtige seks willen we zien. Puur natuur, anders niet.’ Na ieder nummertje werd ik getest. Plassen en hup, daar stuurden ze alweer naar binnen, naar weer zo’n wellustige vrouw.

Wreedheid van de ergste soort.

Eindelijk was er een rustdag. Heerlijk. Ik sliep een gat in de dag en wilde dolgraag een stukje fietsen. Veel te lang al niet gedaan, immers. Ik kon niet wachten. Maar mijn ploegleider, man van de oude stempel, maakte bezwaar: fietsen is slecht voor de bedprestaties. En dus bleef hij op de gang van het hotel posten.

Mijn fiets kwam er niet in die dag.

Toen werd ik wakker. Naast mijn eigen A., godzijdank. Ik keek haar aan, ze was prachtig. Ik streelde haar lange zwarte haar en vroeg toen gretig: ‘Stukkie fietsen? Zo’n lekker ouderwets ochtendritje?’ Ze knikte.

Heerlijk om weer thuis te zijn… 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten