Een wijs
iemand vertelde me onlangs dat lelijke vesten en truien weer in zijn. Hipster
die ik ben, heb ik onmiddellijk een Mart-Smeets-trui gekocht. Het is even wennen,
maar ik begin me er steeds beter in te voelen. Ik groei in de trui. Niet
letterlijk overigens, want de groene drab die ik dagelijks twee keer tot mij
neem, heeft mijn lichaamsgewicht drastisch teruggeschroefd. Dat belooft wat
voor het komende fietsseizoen.
Terug
naar de trui.
Hij is
grijs. Met een rood en blauw werkje erdoorheen. Nee, geen rendieren of kerstbomen,
gewoon onduidelijke patroontjes. Sneeuwvlokjes of zo. En, heel kenmerkend: de trui
is van wol. Kriebelige wol. Dat is wel een nadeel, nu het buiten niet onder de
10 graden komt. Ik zweet me lek. Wat mijn lichaamsgewicht weer ten goede komt.
(Dat
belooft wat voor het komende fietsseizoen.)
Een paar
dagen geleden droeg ik de trui tijdens een avondje in de kroeg. Ik ontving opvallend
veel bewonderende blikken. Vooral vrouwen lusten wel pap van mannen in dit
soort truien, zo werd me snel duidelijk. Het meisje dat bediende vroeg twee
keer of ze nog iets kon betekenen voor mij. Ook stak ze zomaar een kaarsje aan
op onze tafel. Ik werd er bijna verlegen van. Overigens zag ik ook menig man jaloers
mijn kant op kijken. Ik snap dat wel. Zij willen er ook graag extreem hip en tegelijk
rauw mannelijk uitzien.
Gisteren
werd mijn goede gevoel over de trui nog eens bevestigd. Ik sprak een via-via-bevriende
fotograaf, die een eigen studio heeft. Hij bekeek mij en de trui en zei: "Eigenlijk
hè Sander, ben jij een perfect fotomodel." Ik lachte wat ongemakkelijk en mompelde
iets als ‘ben je mal’, maar dacht tegelijk: "Ik ben ontdekt. Eindelijk. Mijn
carrière krijgt vorm."
De man keek
nog eens, knikte goedkeurend en zei toen: "Dat baardje, die lach, en ja, die
trui: je hebt echt de perfecte uitstraling voor zo’n catalogus. Van de Wehkamp
of zo."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten