donderdag 14 april 2011

Bloemen voor mama

Max heeft van de buurvrouw van opa en oma (!) een tractor gekregen. Of zoals z’n mama zegt: een trekker. ‘Een trektor met een bak’, roept onze vent de hele tijd. Achter het plastic racemonster hangt inderdaad een soort platte kar. Omdat ik ook ooit een menneke van twee was, schat ik het cadeau op waarde. ‘Gaaf man, die zou ik ook wel willen’, vertrouw ik Max toe. ‘Jij mag in de bak, papa’. Mooi gebaar.  

De trekker slaapt buiten en Max binnen, in bed. Het is zowat het enige moment van de dag dat de twee van elkaar gescheiden zijn. Onze vent is verknocht aan het ding; liefde op het eerste gezicht. En dus gooi ik de trekker-kar-combinatie in de auto (lang leve onze reusachtige Skoda) als ik de jongens van het kinderdagverblijf ophaal. ‘Verrassing: jij mag naar huis rijden, en papa loopt met je mee.’ Gejuich. Dan, licht bezorgd: ‘En Oletje dan? Moet die in de bak?’ Omdat Ole iedere tien seconden op z’n achterhoofd valt, lijkt dat een minder slim plan. ‘Mama gaat met Ole in de auto naar huis. Wie het eerst thuis is.’  

Onze terugreis duurt een kleine drie kwartier. Niet alleen omdat dat trappen best zwaar is met die kleine beentjes. Ook omdat letterlijk iedere paardenbloem (‘zonnebloemen!’) geplukt moet. ‘Voor mama’. ‘Prachtig, jongen, eindelijk een man die haar met verse bloemen verrast.’ Halverwege de rit. Plots een pauze.  Max zet voet aan de grond. Hij hijgt licht, veegt wat zweet van z’n voorhoofd en vraagt dan voorzichtig: 'Wij gaan winnen, hè, papa? Mama en Ole zijn nog niet thuis.’ Ik heb het hart niet om te ontkennen.

En zoef. Verder gaan we. De beentjes malen fanatiek door; de zon schijnt. Mooie momenten.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten