maandag 19 maart 2012

Volwassen kleuters

Onze oudste is drie. Bijna vier. In de zomer is hij met mij naar de Open Dag van NEC geweest. Een machtige ervaring: een aai over de bol van de reusachtige Gabor Babos (mét dito keepershandschoen), een zak chips, en als klap op de vuurpijl een echt Enniessee-shirt. Maatje 128, de kleinste van allemaal, maar nog veel te groot voor onze vent.
Wat maakt het uit?
Volgende week gaat ‘ie voor het eerst mee naar een wedstrijd. Thuis tegen RKC Waalwijk. Weet hij veel dat het ‘maar’ RKC is. De volle tribunes, het lawaai, het gezang, de chips, alles vindt ‘ie even mooi. Hij heeft (nog) niet veel met voetbal, maar alleen - dus zonder kleine broer - met papa op stap, dat is stoer.
Hij blij, papa blij. Zo werkt dat.
Afgelopen zaterdag moest en zou ‘ie z’n shirtje aan, toen we samen naar de fietsenwinkel gingen. Nieuwe racefiets uitkiezen voor papa. In Groesbeek. Roodzwartgroen valt daar in goede aarde. ‘Wat een mooi shirt heb jij aan. Ben jij niet die bekende voetballer van NEC?’, vroeg de verkoper.
Glunderend mannetje naast mij.
Onbetaalbare momenten.
Gisteren gingen we naar de dierentuin. Naar Burgers' Zoo, met opa en oma. ‘Papa, mag ik mijn NEC-shirt aan? Dat vind ik het aller-, allermooist.’
En toen moest ik een jongetje van drie, bijna vier, gaan vertellen over Arnhem en Nijmegen, en over volwassen mannen die heel boos worden als ze een kind in een voetbalshirtje van een andere club zien. En dat 'ie maar beter een ander shirt kon aantrekken. 
En toen moest dat jongetje van drie, bijna vier, heel hard huilen.
Godver. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten