maandag 24 oktober 2016

Liefs, papa



Maandagavond. Het is donker en het regent. 

‘Hooi papa.’ Berichtje van mijn oudste zoon. Hij is acht. Het is herfstvakantie; samen met zijn broertje logeert hij bij opa en oma in het verre Twente.

‘Het is leuk hier we heben pompoenen gemaakt voor hellowien.’ Gevolgd door 64 x-jes en evenzoveel aapsmilies. (Papa is een harige aap, vandaar.)

In de bijlage zit een foto. Ik klik. Twee reusachtige pompoengezichten staren me aan. Daarnaast twee blije witblonde koppies. Uit het jongste steekt een tong. Schele ogen.

Mijn mannen.

Ik mail terug. ‘Hai vent. Wat mooi. En wat fijn dat jullie het leuk hebben.’ Ik denk even na over de afsluiting. Kus? XXX? Of ‘gewoon’ liefs.

Het wordt ‘liefs’. ‘Liefs, papa’.

Ik lees nog één keer voor ik verzend. Bij de ondertekening blijf ik hangen. ‘Liefs, papa’. Ik lees nog eens. En nog eens. Ineens denk ik aan mijn eigen vader. Ik ben hem. Of hij is mij.

Papa, ik lijk steeds meer op jou.

Het staat er echt. ‘Liefs, papa.’ Zwart op wit. Alsof ik weer opnieuw vader ben. Alsof ik voor het eerst tegen iemand zeg: ‘Mijn zoon.’ Een nieuwe fase.

Zoiets.

Heel gek. Maar vooral: heel erg mooi. Het ontroert me.

En dat op een regenachtige maandagavond.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten