Vorige week moest Malaga tegen Barcelona. Ik volgde het duel
via het getwitter van Volkskrant-journalist
Willem Vissers.
Voor wie het niet weet: Willem is op Messi. Smoorverliefd, al
heel lang.
Het stond inmiddels 0-3, toen Willem schreef: ‘Joris Mathijsen
waggelt in doodsangst achteruit als Messi met de bal op hem afstormt.’
Prachtig beeld. Ik zag een konijntje, huppelend door de
donkere nacht. Plots: koplampen, grote ogen. Schrik. Existentiële angst.
Bam. Spletsj. Wreed einde.
0-4.
De volgende dag kopte de Volkskrant:
‘Mathijsen geniet alleen van Messi op tv’. Mijn gedachten dwaalden af. Naar
Spanje, Malaga om precies te zijn. Fraai appartement aan zee. Op een leren bank
ligt Joris Mathijsen, z’n rust te pakken. Een kleine Mathijsen, formaat peuter,
zit ernaast. Spelend met blokken.
Joris zapt. Hé, voetbal. Blauwrode shirts. Barca! Hij veert
op. Kleine Leo, in close-up. Bal aan de voet, dreigend, ondanks z’n 1.23 meter.
Joris kruipt bijna in de tv.
‘Prachtig’, mompelt hij. ‘Puur genieten.’
Dan is daar ineens die slungelachtige verdediger. In het lichtblauwe
shirt van Malaga. Hij waggelt achteruit, struikelt, valt. ‘Messsssiiiii’, roept
de commentator. En nog eens: ‘Mess…’
Pats. De tv gaat uit. Joris zucht.
‘Papa’, vraagt de peuter. ‘Boekje Nijntje lezen?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten