Gisteren op hetiskoers.nl:
Ik droomde dat ik aan de Tour de France deelnam. Iedere dag
weer, drie weken lang, moest ik aan de bak. Vol aan de bak. Zonder genade.
De ene dag stonden er busladingen onaantrekkelijke vrouwen
voor mijn deur. Meestal meer dan 200. Ze wilden allen de liefde bedrijven, Met
mij, alleen met mij. Achter mekaar door, zonder pauze. Op het einde steeds
sneller, steeds meer, steeds harder. Als in een wilde sprint.
De andere dag moest ik met één vrouw van bil. Een mooie
vrouw, dat zeker. De opdracht: in één ritme, in de hoogste versnelling, aerodynamisch
doordenderen. Men hield de tijd bij. Een zware discipline.
Keihard, maar eerlijk, schreef de pers. Ik was gesloopt.
Dan weer stuurden ze me drie dagen achter elkaar over een
vrouw van buitencategorie. Type Scarlett Johansson. Prachtig, woest
aantrekkelijk, maar nauwelijks te bedwingen. En dan niet één per dag. Nee,
drie, vier van die buitenissige, vurige schoonheden. Soms zelfs zes keer.
‘Moordenaars, dat zijn jullie’, riep ik naar de wedstrijdleiding.
Ze lachten slechts.
Het publiek smulde van mijn inspanningen, mijn afzien. Rijen
dik stonden ze langs ons bed. Er holden zelfs gekken rondjes eromheen. Steeds
dichter kwamen ze, ze goten water in mijn nek, duwden me. Idioten. En miljoenen
zaten voor de buis of verslonden de volgende dag het verslag in de krant.
Dat, alleen dat telde. Commercie won het van de
menselijkheid.
Maar o wee, als ik eens - uit pure wanhoop - een viagraatje
nam. Niet om beter te worden, nee, gewoon om het vol te houden. Om niet te
bezwijken. Ho maar. Collectieve volkswoede: ‘Nee Sander, dát mag niet,
waarachtige seks willen we zien. Puur natuur, anders niet.’ Na ieder nummertje
werd ik getest. Plassen en hup, daar stuurden ze alweer naar binnen, naar weer
zo’n wellustige vrouw.
Wreedheid van de ergste soort.
Eindelijk was er een rustdag. Heerlijk. Ik sliep een gat in
de dag en wilde dolgraag een stukje fietsen. Veel te lang al niet gedaan,
immers. Ik kon niet wachten. Maar mijn ploegleider, man van de oude stempel, maakte
bezwaar: fietsen is slecht voor de bedprestaties. En dus bleef hij op de gang
van het hotel posten.
Mijn fiets kwam er niet in die dag.
Toen werd ik wakker. Naast mijn eigen A., godzijdank. Ik
keek haar aan, ze was prachtig. Ik streelde haar lange zwarte haar en vroeg
toen gretig: ‘Stukkie fietsen? Zo’n lekker ouderwets ochtendritje?’ Ze knikte.
Heerlijk om weer thuis te zijn…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten