Ik ben dol op feitjes en harde cijfers. Atlassen met
staafdiagrammetjes, top-10 lijstjes, biografietjes: blijer kun je me bijna niet
maken.
Ik heb geluk; we leven in een gekwantificeerde wereld.
Vrijwel alles wordt geturfd en in getallen uitgedrukt. Hoeveel les moet een
leerling krijgen? 1.040 uur. Hoelang heeft een ouderenverzorgster voor het
verwisselen van een luier? Viereneenhalve minuut. Hoeveel bonnen moet een agent
jaarlijks uitschrijven? Te veel.
Hoe leuk ook, cijfertjes op zich zijn natuurlijk
onbelangrijk. Nietszeggend. Waar het om gaat, is de inhoud, de kwaliteit. Om de
didactische vaardigheden van de docent, om de persoonlijke aandacht van de
ouderenverzorgster of om de ernst van de verkeersovertreding.
Dat weet ik verdomde goed.
En toch.
Toch hebben cijfers en ronde getallen grote invloed op mij.
Neem nu aanstaande zaterdag, 4 februari. De verjaardag van mijn overleden
zusje. Ieder jaar weer een bijzondere dag. Dit jaar is er cijfermatig iets
extra’s ‘aan de hand’. Ze zou veertig jaar oud worden. Een mijlpaal. Bovendien
is veertig jaar twee keer zo oud als ze daadwerkelijk geworden is. Bijna
twintig jaar terug overleed ze, op twintigjarige leeftijd.
Het doet me duidelijk meer dan andere jaren.
En dat vind ik weer stom van mezelf.
Want: wat zegt zo’n getalletje nu helemaal? Of ze nu elf
jaar geleden overleed of twintig? Het is allebei even erg, toch?
Nee.
Het gekke is dat het nu plotsklaps heel definitief lijkt. Ze
was twintig jaar bij ons en is alweer even lang dood. Pats boem. Alsof haar
leven daarmee voorgoed is uitgewist. Uitgegumd. Cru gesteld: alsof het
zorgvuldig opgebouwde breiwerkje steek voor steek is losgepeuterd en nu
helemaal uit elkaar valt.
Een kwellende gedachte.
Gelukkig zijn het maar cijfertjes, zeg ik tegen mezelf. Maar
het helpt niet. Nog niet. Hopelijk over vijf jaar, of tien. Wie weet?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten