vrijdag 19 november 2010

De Wet van Berlusconi en Blatter

Het moet in 1990 zijn geweest. Op een snikheet marktplein in het slaperige Franse stadje Le Puy vindt de start van een Touretappe plaats. En ik ben erbij. Diezelfde ochtend heeft m’n vader een artikel uit de sportkrant l’Equipe voor mij vertaald. Het gaat – ook toen al – over doping. In het lichaam van Gianni Bugno, twee maanden eerder nog glansrijk winnaar van de Giro, is een verdacht hoge dosis cafeïne aangetroffen. De Italiaan verdedigt zich in een paginagroot interview. Zoals al zijn landgenoten drinkt hij gewoon graag een stevige espresso. Heel erg graag. Iedere ochtend giet hij er een stuk of dertien naar binnen, leest mijn vader voor. Ik knik vol bewondering. Dertien espresso’s, wat een held!

Even later treffen we Bugno aan, ontspannen zittend op een muurtje, een bekertje dampende, pikzwarte espresso aan de lippen. Hij geeft me een knipoog en  een handtekening. Op dat moment weet ik het zeker: deze stijlvolle, vriendelijke man is geen bedrieger.

Nu, twintig jaar later, ben ik heel wat illusies armer. Overal waar geld, roem en status op het spel staan, belazeren mensen de kluit. En dus gebruikt het hele peloton – net als onder meer voetballers, tennissers en schaatsers – op grote schaal doping. Dat weet ik, en ik heb er geen problemen mee. Als het maar onder medische begeleiding gebeurt. Als de sporters maar weten waar ze voor kiezen, welke risico’s ze lopen. De sport, het spektakel wordt er niet minder om. En uiteindelijk wint vrijwel altijd de beste, met of zonder doping. (Oké, behalve in het midden van de jaren ’90 toen hele volksstammen obscure Italiaantjes met hulp van EPO iedereen op een halfuur achterstand reden).

Ik moet altijd een beetje grinniken om de golf van morele verontwaardiging als er weer een nieuw schandaal opduikt. Een mooi, recent voorbeeld is het nieuws van de corruptie binnen de FIFA. Het grote publiek reageert verbaasd en geschokt; de pers nagelt de twee bedriegende bobo’s met grote woorden als criminelen aan de schandpaal. Terwijl ik denk: logisch toch? Want ook hier geldt: waar mannetjes strijden om geld, status, roem (en vrouwtjes), daar spelen ze vals.

Ook als het lelijke, kleine, dikke, kale, oude mannetjes in saaie kostuums zijn. Dat noemen we de Wet van Berlusconi en Blatter.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten