woensdag 26 januari 2011

Blonde meiden in een eendje

Op de menukaart van onze bedrijfskantine geen croissants, tosti’s of broodjes kroket. J. en ik kunnen hier bij de lunch slechts een keuze maken uit de ‘Vragen van de Dag’. Het systeem is even simpel als doeltreffend: het enige dat je nodig hebt is een mandje met kaartjes. Op die kaartjes staan vragen – sommige feitelijk, sommige filosofisch, en andere meer persoonlijk van aard. Om en om mogen we een kaartje trekken en de ander een vraag stellen. Antwoorden is verplicht.

Succes en gespreksstof verzekerd. 

Zo weet ik nu hoe J. haar vriend heeft leren kennen (wist ik nog niet), of ze van appelstroop of suiker op haar pannenkoek houdt (wist ik nog niet) en of ze ’s avonds in bed nog een paar bladzijdes leest of liever meteen gaat snurken (wist ik nog niet).

Hartstikke belangrijke informatie dus.

Vorige week kreeg ik de vraag voorgeschoteld wat het gevaarlijkste is dat ik ooit gedaan heb in m’n leven. Nu ben ik niet zo heel erg van de gevaarlijke dingen (bungeejumpen, Australian Football, rodeo, op een drukke zaterdag met een rood-zwart-groen shirt door de Arnhemse binnenstad lopen), dus moest ik even graven.

Na een tijdje wist ik het: het gevaarlijkste dat ik ooit ‘gedaan’ heb, is een klapband krijgen in de afdaling van de Col du Galibier. Op de fiets dus. Met een gangetje van zo’n zeventig km/u. Dat was niet leuk. Vooral niet omdat ik na de ontploffing (zo klonk het echt) kon kiezen uit twee minder fijne opties: of in de berm sturen met het risico door te schieten tegen een indrukwekkende rotswand, of me in het peilloos diepe ravijn storten.

Ik koos voor optie A.

Toen ik weer op m’n benen stond en tot tien kon tellen, bleek de schade alleszins mee te vallen. Althans: fysiek. Mijn fiets was er stukken slechter aan toe. En dus zat er – in het pre-iPhone tijdperk – niets anders op dan naar huis te liften. En je gelooft het niet: waar God altijd onmiddellijk straft, heeft Hij blijkbaar soms ook mededogen met z’n arme schaapjes. Ik had me nog niet langs de weg geposteerd, of er kwam – echt waar, echt waar, echt waar! – een eendje aangescheurd met drie blonde meiden erin. Die wilden mij in m’n strakke pakje wel meenemen.

Pas de problème! Giechel, giechel. 

De afloop vertel ik hier niet. Dat verhaal bewaar ik voor de dag dat ik het kaartje trek met de vraag: 'Wat is de grootste gemiste kans op een wilde middag met drie heerlijke blonde meiden, stom rund?'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten