dinsdag 11 januari 2011

Schaamhaar

Soms lees je iets dat je liever niet had gelezen. Het overkwam me vorige week. Nietsvermoedend sloeg ik de krant open. Zoals dat zo vaak gaat, viel m’n oog meteen op één specifiek woord. In dit geval: schaamhaar. Niet echt een onderwerp dat je dagelijks in de krant tegenkomt, dus ik begon geboeid te lezen. Wat bleek? De bos schaamhaar is bezig aan een revival. Scheren is uit, wildgroei weer in.

Gatverdarrie.

Ik wil het niet, maar moet ineens denken aan de knusse seksfilms op RTL+ die ik als tiener met vuurrode oortjes begluurde. Ik zie beelden voor me van badmintonnende naturisten, van vlezige naaktstranden en van sauna’s vol lelijke, uitgezakte en - vooral - (lokaal) sterk behaarde types.

Het woord is gevallen: sauna. Ik ben er nog nooit geweest en ik hoop er ook nooit te komen. Ik ben namelijk preuts, dat is bezwaar nummer één. Belangrijker is dat ik eigenwijs ben. Of beter gezegd: koppig. Als iedereen iets leuk vindt, vind ik het meteen stukken minder leuk. En omdat tegenwoordig iedereen in mijn omgeving vrolijk bloot op houten bankjes gaat zitten zweten, verzet ik me er tegen.

Ik vind het onaangenaam. En vies. En raar. En ongemakkelijk. En alles tegelijk. 

In godsnaam: waarom moet het bloot?

Ik wil niet weten hoe de plasser van mijn buurman er uit ziet (gesteld dat ik die zou tegenkomen). Ik wil ook niet zien hoe die leuke moeder van Max’ vriendje er uitziet onder haar strakke mantelpakje. Ik houd zulke illusies liever in stand.

En het lijkt me helemaal gênant om er een van mijn woest aantrekkelijke vrouwenvrienden tegen te komen. 

“Ja maar. Iedereen is bloot. Dan ben je daar helemaal niet mee bezig”, werpt het pro-sauna kamp mij voor de voeten. “Waarom lopen we op warme zomerdagen dan niet allemaal in ons pielemuisje rond te huppelen?”, brom ik terug. Ik vind: preutsheid is onderschat. Het is een waardevolle eigenschap. Je zou willen dat meer mensen er ‘last’ van hadden.

Zelf beschouw ik het inmiddels als geuzentitel: “Hallo, ik ben Sander. En ik ben preuts.”

En dus (!?) rijd ik de hele zomer rondjes op m’n racefiets in een überstrak, glimmend, zwart broekje. Zo’n pakje dat echt he-le-maal niets aan de verbeelding overlaat...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten