zondag 26 september 2010

Inhammen

Dit stukje is een noodkreet. Een schreeuw om hulp. Ik heb namelijk dringend advies (en een hart onder de riem) nodig. Zoals ik een tijdje terug al enigszins paniekerig de wereld in twitterde: heel langzaam maar ontzettend zeker word ik kaal. Niet midden bovenop m’n kruin, godzijdank. Nee, bij mij is het vooralsnog een kwestie van inhammen. Inhammen die dieper en dieper worden. Dat wel, helaas.
Nu wil het geval dat ik allergisch ben voor mannen die te weinig haar te lang laten groeien. Daarvan heb je twee subcategorieën: aan de ene kant degenen die het gebrek aan haar aan de voor- en bovenkant van hun hoofd compenseren met een ouderwets matje. Ik noem dit voor het gemak even de Hugo Camps look. Daarnaast zie je vaak mannen (en jongens) die met hetzelfde euvel kampen als ik (inhammen dus), maar die hun overige haar verwoed naar voren ‘geleiden’, in de ijdele hoop dat de beginnende kaalheid niet opvalt. Bekende vertegenwoordiger van deze mannensoort was Dennis Bergkamp. Zijn krullenkuif begon op het laatst ergens in z’n onderste nekplooi.

Niets ten nadele van Hugo, Dennis en hun lotgenoten, maar dat wil ik dus niet.

Maar ja. Wat doe je als jongeman van midden dertig die iedere ochtend met knikkende knietjes in de spiegel tuurt en nog niet zo heel lang geleden in de douche op een flesje shampoo stuitte, speciaal voor dunner wordend haar (cadeautje van Annemie, ‘kalemannenshampoo’ noemt zij het)? Dan toon je je een vent en stel je een daad. Je haalt de tondeuse uit het vet. Eraf met die haren. Hopseflops. Zo gepiept. Het resultaat mag er zijn: stoer, mannelijk én handig (want onderhoudsvrij).
Maar ik doe dat niet. Want ik ben een mietje. Ik denk dan: ik heb vast een heel raar hoofd. Met bulten, deuken, enge gezwellen en anderssoortige ongewenste blikvangers. En wat als ik er straks uitzie als de eerste de beste gedetineerde? Of erger: als Arnhemmer? Daar komt bij dat ik stiekem best blij ben met m’n haar: goeie kleur, goeie dikte en ook nog een beetje krul erin. Ondanks mijn vijf kruinen (evenveel als het paard van mijn lieve kapster Simone, zo wrijft ze me iedere vijf weken fijntjes in), wil ik mijn natuurlijke hoofdbedekking nog niet kwijt.

De man bij ons thuis, Annemie dus, wordt gek van mijn gezanik. “Watje. Je geeft mij nu die tondeuse en dan ben je binnen tien minuten gemilimeterd of je houdt nu op met jengelen. Ben jij nu een vent? Wat is er zo erg? Als het tegenvalt, zit alles er over een paar weken weer aan.” Tja. Dilemma. Ik wil geen mietje zijn. Geen Dennis Bergkamp ook. Maar ik wil ook zeker geen Jaap Stam lookalike zijn. En dus tob ik nog maar even door. Totdat ik een besluit heb genomen, vraag ik jullie, lieve lezertjes, om advies. ‘Ja’ is doen. Scheren dus. ‘Nee’ is stemmen voor het behoud van het oerwoud, op mijn hoofd. Zeg het maar. Ik beloof echter niet dat ik de meerderheid van de stemmen volg…    

Stemformulier
0             Ja
0             Nee   

2 opmerkingen:

  1. De mens beziet zijn spiegelbeeld alijd volgens de strengste normen. De buitenwacht kijkt doorgaans door een vriendelijker bril. Ik zie voorlopig dan ook nog geen reden tot ingrijpen. For what it's worth: de ouderdom begint mijn zicht aan te tasten.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Als het mij gaat overkomen (is een kwestie van tijd ben ik bang) dan laat ik m'n wenkbrauwen groeien en kam het achterover B-)

    BeantwoordenVerwijderen