donderdag 23 september 2010

Verslaafd

Ik ben een junk. Zwaar verslaafd, dat ben ik. Niet aan coke, heroïne, speed of rare pilletjes. Ook niet aan alcohol, al heb ik dat deze zomer wel eens gedacht toen ik op de camping de zoveelste fles witte wijn in m’n eentje soldaat maakte. Nee, mijn obsessie is veel ernstiger. Sinds een tijdje ben ik volledig verslaafd aan m’n iPhone. Concreet betekent dat vooral veel twitteren. En als ik niet twitter, check ik m’n mail, buienradar, teletekst, vi.nl of facebook. Het leven buiten het glimmende zwarte apparaatje gaat langs me heen.
Maar toch. Ik zie andere vaders zoveel tweets de wereld insturen dat ik me afvraag hoe ze dat thuis verkopen. Ik heb een behoorlijk relaxte vrouw, maar zelfs zij eist dat ik m’n gadgetdingetje zo nu en dan even terzijde schuif. Bijvoorbeeld als we aan ’t eten zijn, als ik Max z’n tandjes poets of – echt heel flauw van haar – als ik Max een verhaaltje voorlees voor het slapen gaan. “Nu even niet, Peters”, bromt ze dan. Gehoorzaam als ik ben, schuif ik dan de iPhone voor een half minuutje opzij.
Overigens is het sinds de entree van mijn nieuwe vriend niet alléén maar kommer en kwel tussen mij en Annemie. Soms zien we allebei ook duidelijke voordelen van mijn verslaving. Toen we vorige week samen naar een gezellige documentaire keken over calamiteiten tijdens de zwangerschap, kwam het gesprek op ‘onze’ rap naderende bevalling. Half november is het zover. Terugdenkend aan De Bevalling part I zakte ons de moed enigszins in de schoenen. In de eerste plaats natuurlijk bij Annemie zelf. Maar ook bij mij. Het is immers niet niks om twintig uur in een kale ziekenhuiskamer te zitten, terwijl je vrouw door een ongekende weeënstorm volledig van de buitenwereld is afgesloten. En jij als man ook. Geen tv, radio of internet bij de hand. Ja, ik heb afgezien die dag.
Nadat we somber enkele mogelijke scenario’s hadden doorgenomen (ruggenprik en/of keizersnee voor haar, een leesmap en/of laptop voor mij) keek Annemie me plots blij aan. “Dat we daar niet aan gedacht hebben”, riep ze opgelucht. “Jij hebt natuurlijk je iPhone. Daarmee houd je het toch wel een uurtje of vierentwintig uit?!”
Inderdaad, moet lukken. Als ik in alle hectiek maar niet m’n oplader vergeet… ;-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten